Ik ben een grote liefhebber van soep.
Zelf heb ik
het geluk gekend om een moeder te hebben die heerlijk kan koken.
Haar soepen
zijn nog steeds, volgens mij, de lekkerste van de wereld.
Als kind at ik bijna
elke dag verse soep, met of zonder balletjes.
Gelukkig, want ik was een hele
slechte- groente-eter.
Volgens mij is soep één van onze Belgische “cucina
povera”
( =arme, maar heel lekkere en voedzame keuken)
Het geheim van lekkere soep is goede bouillon en
traagheid.
Goede bouillon kan je maken of kopen.
Ik heb een
voorkeur voor maken, maar je bent echt geen slecht mens als je kant en klare
bouillon koopt.
Ik maak ook dikwijls soep met kant en klare bouillon.
Maar zelf je bouillon maken is niet moeilijk.
Je
neemt groenten (wortel, selder, uien, knoflook, …) en kruiden (peterselie,
tijm, laurier, …).
Ik gebruik wat ik in de koelkast, diepvriezer en in de tuin vind.
Ik maak meestal met kip mijn bouillon.
Braad de kip
in boter of olie eventjes aan in de pan en voeg de groenten toe. Laat eventjes
meebakken. Daarna bedek ik de kip en de groenten met water en laat zachtjes
koken voor minstens een uur.
De kip gebruik ik daarna voor : vol au vent (kippenfricassee).
Wanneer je een snelkoker hebt, is de klus zelfs in
een halfuurtje geklaard.
Je kunt ook de resten van een braadkip gebruiken om
er een lekkere bouillon mee te trekken.
Je gebruikt de botten, het vel en al de rest om je
bouillon te maken.
Wanneer ik gehaktballetjes maak voor in de soep,
gebruik ik ook het kooknat van deze balletjes als bouillon.
En ook het kookwater van je groenten kun je
gebruiken.
Heerlijke bouillon voor sauzen en soepen.
Je kunt bouillon goed invriezen.
Sedert kort gebruik ik ook het "afval" van mijn groenten om groentebouillon mee te maken.
Wanneer je groenten schoonmaakt, blijven er dikwijls voedzame en lekkere stukjes over.
Bijvoorbeeld : stukjes wortel of schillen van de wortels, steeltjes van de peterselie, de voetjes van de champignons,de groene blaadjes van de selder, de groene stukjes van de prei, de schil van de knolselder, het stronkje van de bloemkool,... Ik spoel de groenteresten heel goed en snij ze eventueel in stukjes.
Vervolgens stop ik de restjes in een potje of een zakje in de vriezer. Na een tijdje heb ik genoeg om een heel lekkere en zeer goedkope groentebouillon mee te maken.
Zoals gezegd, maak ik meestal mijn bouillon in de snelkoker.
Maar nu de aardpeer.
Aardperen zijn een delicatesse.
Vroeger –voor de
aardappels hier kwamen- aten heel veel mensen aardperen. De aardperen zijn
meegekomen uit Amerika. Het was een Fransman die ze ontdekte bij de indianen in Noord-Amerika.
Het is een super gemakkelijke groente om te kweken.
Het enige werk dat je met een aardpeer hebt is oogsten.(en planten ook, natuurlijk).
Maar dat moet je maar één keer in je leven doen. De plant moet niet verplant worden. De achtergebleven knolletjes, groeien weer uit tot een volwaardige plant en vormen in de zomer grotere knollen.
Wanneer je aardperen krijgt of koopt, haal er dan een paar knolletjes uit en zoek een plaatsje in je tuin om te planten. Je moet een plekje in je tuin zoeken waar hij een beetje mag
woekeren. Want dat is het enige nadeel : aardperen woekeren en voor je het weet heeft een onvoorzichtige tuinier een tuin vol aardperen.
Mijn man heeft van betonnen platen een vierkant gemaakt en daar mogen ze hun gang in gaan. Wanneer de knollen beginnen uit te lopen, beschermen we de planten wel tegen de vraat van de kippen.
In juni, snoei ik ze tot ongeveer een meter. Anders worden ze te hoog en vallen ze bij de eerste de beste zomerstorm om.
In het najaar bloeit de plant met mooie kleine zonnebloemetjes. Ik heb al geprobeerd om ze in een vaas te doen, maar dat lukt mij niet. Ze verwelken te vlug. Maar in de tuin staan ze ook mooi.
Aardpeer moet je oogsten vanaf de herfst tot in het voorjaar. Het is
een lekkere groente. Echt de moeite waard om een plaatsje in je tuin te geven.
Ik gebruik ze niet alleen voor de soep, maar ook in ovenschotels en bij de puree. De aardpeer heeft een zoete smaak, wanneer hij gekookt wordt.
In aardpeer zitten ook nog eens voedzame stoffen en ook één of andere stof die heel goed is voor je darmflora.
Voor sommige mensen te goed. Goed laten gaar worden zou dit- gas-probleempje tegen gaan.
Mensen die last hebben van constipatie, hebben baat om de aardpeer rauw, in schijfjes, te eten.
Ook mensen met diabetes mogen aardpeer eten.
En nu de aardpeersoep :
Wat heb je nodig?
500 g aardperen
2 l lekkere bouillon (gekocht of gemaakt)
2 uien of 1 grote ui
Enkele teentjes knoflook
Room (mag ook melk zijn) - is niet echt nodig.
Peper
Olijfolie
Soepkom, mixer of passe-vite
Wat moet je doen?
Wil je een
mooie witte soep ? Schil de aardperen dan.
Snipper de ui en pers de look. Je kan de look ook heel fijn snipperen.
Stoof op een laag vuur de uien en de look in de
olie.
Neem je tijd, zodat de uien lekker zoet kunnen worden.
Voeg de aardperen toe. Laat eventjes meestoven en
voeg de bouillon toe.
Laat een halfuur zachtjes koken.
Mix de soep en proef.
Voeg eventueel nog peper
en/of zout toe.
Als je wilt kan je de soep rijker maken door room of melk
toe te voegen.
Smakelijk!

Geen opmerkingen:
Een reactie posten